“In mijn theaterprogramma ‘Scherven brengen geluk‘ vertel ik dat ik graag het theater in wilde, maar niet wist met welk verhaal. Dat ik altijd al een boek wilde schrijven, maar niet wist waarover. Dat verhaal, dat heb ik van mijn dwarslaesie cadeau gekregen. Net als mijn kans om in Oranje te spelen. Die kwam niet als voetbalkeeper zoals ik altijd had gedroomd, maar als rolstoelbasketballer. Een aantal dromen die ik vroeger had zijn zo op een vreemde manier toch uitgekomen.“
HULPPOST 28/8/2015 – TEKST: SANDRA SCHERPENISSE – FOTO: JOSHUA ROOD
Aan het woord is Marc de Hond. Na een operatie ontstond er een bloeding hoog in zijn rug. Deze werd pas na 13 uur opgemerkt. Gevolg: een dwarslaesie. Eigenlijk heeft hij het er nooit meer over: “Het enige moment dat ik mijn verhaal nog vertel, is als ik naar een ziekenhuis ga om een spreekbeurt te houden over preventie van medische fouten. Ik denk dat het veel interessanter is om te vertellen dat ik een man ben met een dwarslaesie die een heel actief leven leidt. Ik heb mijn rolstoel geaccepteerd, omarmd en overwonnen.”
Draag je verlies met waardigheid
Daarmee is Marc een schoolvoorbeeld van ons motto Worden wie je was. Voor veel slachtoffers is dat het ultieme streven, om weer een leven te leiden dat niet meer in het teken staat van het misdrijf, het ongeluk, de medische fout. Een leven waar je ondanks je extra bagage, weer van kan genieten. Marc: “Tegenslag hoort bij het leven. Waar het om gaat, is hoe je er mee omgaat. Ik denk dat er mensen zijn die erin blijven hangen. Dat mag, maar ik denk ook dat hen met goede begeleiding de ogen kan worden geopend. Je leeft maar één keer, probeer er ondanks die tegenslag wat van te maken! In die zin denk ik ook dat slachtofferschap deels een keuze is. En ik kies ervoor mijn tegenslag waardig te dragen. Dat is ook het voorbeeld wat ik van mijn opa en oma heb gekregen. Zij hebben allebei in Auschwitz gezeten en zijn daar hun hele familie verloren. Na de oorlog hebben zij elkaar gevonden en zijn een tweede huwelijk aangegaan. Hun leven na de oorlog noemden ze blessuretijd. Ze hadden er niet meer moeten zijn; toch waren ze er. Mijn oma heeft in het experimentenblok gezeten en is daar onvruchtbaar gemaakt; toch is mijn vader geboren. Mijn opa en oma waren allebei hele positieve, optimistische mensen, die ervoor kozen geen slachtoffer te zijn en te léven. Dat zit in mijn genen, en daarom kies ook ik ervoor mijn verhaal positief te benaderen en te kijken naar wat ik allemaal wel heb en kan.”
Miscommunicatie “Natuurlijk heb ik me verdiept in wat er mis is gegaan. Het was totale miscommunicatie tussen de chirurg, verplegers en zaalarts aan de ene kant, en aan de andere kant mijn vader en ikzelf. Iedereen heeft fouten gemaakt. Het enige lullige is dat ik met de consequenties leef. Het ziekenhuis en de verzekeraar hebben dat gelukkig ook toegegeven, dus ik heb ook een schadevergoeding gekregen. Toen kon ik het afsluiten. Ik had erkenning gekregen dát er een fout was gemaakt.”
Transparantie “Ik snap overigens dat er fouten gemaakt kunnen worden, ook in een ziekenhuis, iedereen maakt fouten. Dat doe je niet expres. Hoe je daar vervolgens mee omgaat, is een tweede. Als je zo’n fout maakt, moet je wel de grootsheid hebben om naar de gedupeerde toe te gaan en daar transparant over te zijn. Te zeggen, dit was een hele grote fout van mij, en daar de dialoog over aangaan. Dat is bij mij niet gebeurd. Ik heb later in een brief, tussen de regels door, gelezen dat de artsen in het begin dachten dat ik er nog niet aan toe was. Later was het te lang geleden om nog iets te zeggen. Ik denk persoonlijk dat het wel zou hebben geholpen als er iemand naar me toe was gekomen. Want het is veel moeilijker om boos te zijn op iemand die meteen uitleg geeft en zijn excuus aanbiedt.”
Wereld van verschil “Inmiddels is ontzettend veel veranderd. Er zijn protocollen, en die worden gehandhaafd. Recent kwam ik voor een kleine ingreep in het ziekenhuis. Ik kreeg uitleg, ze stelden vragen en ze controleerden doorlopend. Dat is echt een wereld van verschil ten opzichte van 12,5 jaar geleden. Toen deden ze maar wat en ik onderging het. Als er toen was gecommuniceerd zoals nu, dan was die bloeding nooit onopgemerkt gebleven.”
Gelukkig mens “Toen ik net uit het revalidatiecentrum kwam was ik echt een beetje een sukkel in een rolstoel. Vroeger kon ik niet skateboarden, niet op het achterwiel van mijn fiets rijden… Toen ik in deze stoel kwam, dacht ik dus ook: ik ben een stijve hark, hier kan ik niets mee. Maar vervolgens werd ik uitgelachen door de mannen in mijn rolstoelbasketbalteam, omdat ik dingen niet kon en altijd meteen stond te klagen als een locatie niet rolstoelvriendelijk was. Van hen heb ik ongelofelijk veel geleerd en inmiddels heb ik geen beperkingen meer. Ik kan spontaan de deur uit, heb een geweldige vriendin en familie, en een volle agenda met van alles waar ik me op verheug. Ik ben geworden wie ik was – of had willen worden.
Project OPEN In theorie weten we hoe de opvang en begeleiding van patiënten en zorgverleners na een medische fout er uit zou moeten zien. Maar hoe dat in de praktijk georganiseerd is, is onduidelijk en sterk verschillend per ziekenhuis. Ziekenhuizen en wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam en het NIVEL werken daarom sinds mei 2015 samen in het project OPEN om dit te onderzoeken. Wat helpt een slachtoffer nou echt verder? En hoe kunnen zorgverleners elkaar helpen in dat proces? Binnen het project gunnen zij elkaar een kijkje in elkaars keuken. OPEN wordt gefinancierd door het Fonds Slachtofferhulp.
Van september t/m december staat Marc in het theater. Zie www.marcdehond.nl voor informatie en tickets.
Comments